Sean Wang's "Didi", de saaie tiener

De Sundancerie van het jaar. Na de schattige en onbeduidende Scrapper (een jonge Engelse wees die vreemdgaat met de sociale dienst en haar nietsnuttige vader weer terugvindt; Internationale Grote Prijs 2023), is hier de even schattige en nog onbeduidender Didi (een jonge Amerikaanse tiener van Chinese afkomst die in de loop van een zomer de dingen van het leven ontdekt; Publieksprijs 2024). Een coming-of-agefilm zoals we die al 20 miljoen keer hebben gezien, die zowel vreselijk waar als compleet onwaar klinkt, en die zijn evenwicht vindt op een lauw punt, dat regisseur Sean Wang probeert op te fleuren door in te spelen op de dubbele culturele identiteit van zijn held (aan de ene kant skateboarden, feesten, vrienden; aan de andere kant het gezin dat vastzit in tradities) en door de adolescentie in zijn minder charmante gedaantes te tonen (acne, een beugel, racisme, grove humor). Het resultaat, zeer timide en buitensporig geobsedeerd door de late jaren 2000 (Facebook en YouTube veroveren constant het scherm), zou elke tv-serie uit de jaren 90 doen lijken op een verhandeling over hardcore sociologie. Didi lijkt uiteindelijk op de clichématige Sundance Award-winnende film: ijverig, prachtig gefotografeerd en verkocht als een stukje rauwe waarheid, maar voelt meer aan als een van die Disney-films vol tedere glimlachjes en waardevolle lessen die in de daluren van de winter worden uitgezonden. Essentieel.
Libération